Zowel in het najaar als tijdens het voorjaar worden er veldwedstrijden of field-trials gespeeld. Tijdens deze wedstrijden worden de jachtkwaliteiten van de hond getest. De hond moet het wild kunnen opsporen (fazant en patrijs bij de najaarswedstrijden; enkel patrijs tijdens het voorjaar), het aantrekken en op matige afstand voorstaan. Bij het voorstaan wacht de hond tot de jager op korte afstand genaderd is. Jager en hond lopen daarna tesamen het wild uit, gevolgd door een schot. Dit wordt meestal gedaan dmv een alarmpistool, dat de voorjager zelf bij zich heeft.
Ook het werk na het schot wordt getest. De hond dient het wild (zacht in de bek en op bevel) te apporteren voor de jager. Tijdens de field-trial kan de keurmeester aan de hond een veldwerkkwalificatie toekennen. Indien de hond dergelijke kwalificatie kan voorleggen, kan hij worden opgenomen in de gebruikshonden klas.
Iedere deelnemer aan jachthondenproeven en veldwedstrijden ( ook de buitenlanders) moet in het bezit zijn van een( rood) werkboekje. Voor buitenlanders telt uiteraard hun eigen werkboekje. Honden geboren vanaf 1 januari 2013 zijn verplicht een test sociaal gedrag af te leggen voordat ze bij de KMSH een rood werkboekje kunnen krijgen. Honden geboren voor 2013 die reeds aan een wedstrijd deelnamen moeten geen test sociaal gedrag afleggen.
Het werkboekje moet bij aanvang van de wedstrijd afgegeven worden aan het secretariaat, anders kan je niet deelnemen.
Meer informatie over hoe je een attest sociaal gedrag behaald met je hond vind je hier. Het (rode) werkboekje kan je aanvragen bij de KMSH (Koninklijke Maatschappij St-Hubertus vzw).
Tijdens het voorjaar (na maart) wordt het stil in het veld. het broedseizoen van de hoenders breekt aan. Van die periode wordt (van oudsher) gebruikgemaakt om de jachthond opnieuw wat bij te trainen. Tijdens de maanden juli-augustus-september kan je hond (her en der in het land) jachtproeven afleggen.
Bij een jachtproef wordt de bruikbaarheid van de hond na het schot getest. Om een basisbrevet te behalen moet de hond (samen met de voorjager) de volgende proeven afleggen:
1. aangelijnd en los volgen;
2. zit of down (lig) en houden van de aangewezen plaats;
3. apport te land;
4. apport uit diep water;
5. gehoorzaamheidsproef (hond vrijlaten & terugkomen op bevel).
Een africhtingsbrevet kan behaald worden wanneer men op dezelfde dag het basisbrevet behaald en slaagt in de volgende bijkomende proeven:
6. markeerapport te land;
7. verloren apport te land;
8. verloren apport over diep water.
Een hond wordt gediskwalificeerd bij schotschuwheid of bij het stukbijten van het wild.
Om mee te kunnen doen aan een jachthondenproef moet je hond in het bezit zijn van een zn. rood werkboekje. Dat kan je aanvragen bij de KMSH (Koninklijke Maatschappij St-Hubertus ). Voor honden geboren na 1 januari 2013 heb je bovendien een attest sociaal gedrag nodig.
Voor de jachtproeven wordt vaak in verband getraind. Onze zustervereniging J.A.C. Orion organiseert ieder voorjaar een serie trainingen op diverse locaties in Belgie.