Zowel in het najaar als tijdens het voorjaar worden er veldwedstrijden of field-trials gespeeld. Tijdens deze wedstrijden worden de jachtkwaliteiten van de hond getest. De hond moet het wild kunnen opsporen (fazant en patrijs bij de najaarswedstrijden; enkel patrijs tijdens het voorjaar), het aantrekken en op matige afstand voorstaan. Bij het voorstaan wacht de hond tot de jager op korte afstand genaderd is. Jager en hond lopen daarna tesamen het wild uit, gevolgd door een schot. Dit wordt meestal gedaan dmv een alarmpistool, dat de voorjager zelf bij zich heeft.
Ook het werk na het schot wordt getest. De hond dient het wild (zacht in de bek en op bevel) te apporteren voor de jager. Tijdens de field-trial kan de keurmeester aan de hond een veldwerkkwalificatie toekennen. Indien de hond dergelijke kwalificatie kan voorleggen, kan hij worden opgenomen in de gebruikshonden klas.


Iedere deelnemer aan jachthondenproeven en veldwedstrijden ( ook de buitenlanders) moet in het bezit zijn van een( rood) werkboekje. Voor buitenlanders telt uiteraard hun eigen werkboekje. Honden geboren vanaf 1 januari 2013 zijn verplicht een test sociaal gedrag af te leggen voordat ze bij de KMSH een rood werkboekje kunnen krijgen. Honden geboren voor 2013 die reeds aan een wedstrijd deelnamen moeten geen test sociaal gedrag afleggen.
Het werkboekje moet bij aanvang van de wedstrijd afgegeven worden aan het secretariaat, anders kan je niet deelnemen.
Meer informatie over hoe je een attest sociaal gedrag behaald met je hond vind je hier. Het (rode) werkboekje kan je aanvragen bij de KMSH (Koninklijke Maatschappij St-Hubertus vzw).